Wat een prachtige hobby, die keramiek! Je kan er al je creativiteit in kwijt en eindigt telkens met een kunstwerkje dat je helemaal met je eigen handen hebt gemaakt. Van voldoening gesproken! Maar hoe gaat het hele proces precies in zijn werk? Laten we eens alle stappen overlopen, van eerste idee tot uiteindelijke resultaat.
Stap 1: Kies je klei
Er zijn 3 categorieën klei: aardewerk, steengoed en porselein. Ze verschillen van elkaar op allerlei vlakken: hoe sterk de klei is, hoe waterdicht hij is, en heel belangrijk: hoe moeilijk het is om met de klei te werken.
Zo is porselein minder plastisch dan aardewerk en steengoed. Je moet dus harder werken om de klei vorm te geven, én het houdt die vorm ook minder goed vast. Tegelijk heeft porselein minder onzuiverheden dan de andere twee, waardoor het erg geschikt is voor werkstukken met een erg gladde afwerking. Ook als je een lichtdoorlatend affect wil verkrijgen, is porselein de juiste keuze.
Steengoed is even sterk als porselein, en makkelijker om mee te werken. Het houdt zijn vorm immers iets beter vast. Net als porselein wordt het op hogere temperaturen gebakken dan aardewerk, waardoor het waterdicht is. Het zit eigenlijk een beetje tussen porselein en aardewerk in.
Aardewerk wordt aan lagere temperaturen gebakken dan de andere twee kleisoorten. Het voelt vaak ruw aan en is waterdoorlatend. Glazuren is dus vaak een must. Aardewerk is ook minder sterk dan porselein en steengoed. Maar het is wel makkelijker om mee te werken dan porselein, zeker voor beginners.
Stap 2: Kneed je klei
Een pak klei kan heel wat onregelmatigheden bevatten. Sommige plekken zijn vochtiger dan andere, hier en daar zitten misschien luchtbellen verscholen en de kleipartikels plakken willekeurig aan elkaar, in verschillende richtingen.
Door je klei te kneden zorg je ervoor dat het vochtgehalte doorheen de klei gelijk is, dat je die vervelende luchtbellen eruit haalt, en dat de kleipartikels meer in meer in dezelfde richting uitgelijnd zijn. Zo maak je de klei een stuk makkelijker om mee te werken.
Stap 3: Maak je werkstuk
Er zijn heel wat verschillende manieren om keramiek te maken. Je denkt misschien meteen aan de draaischijf, maar er zijn ook handopbouwtechnieken waarvoor je echt enkel je handen en je klei nodig hebt. Welke techniek kies je dan?
Om keramiek te draaien moet je als beginner de juiste manier van werken onder de knie krijgen. Wat is de beste houding aan je draaischijf? Hoe snel draait je schijf? Het kan even duren voor je de vorm die je wil tevoorschijn kan toveren. Bij handopbouw daarentegen kan je er meteen invliegen.
Daartegenover staat wel dat je met een draaischijf vaak sneller klaar bent. De draaibeweging doet immers een deel van het werk voor je. Zeker voor grotere werkstukken is dat een belangrijk voordeel. Ook is het makkelijker om een gladde, ronde vorm te creëren. Aan jou de keuze dus!
Als je geen zin hebt in plastische klei kan je natuurlijk ook met gietklei aan de slag. In gipsen gietmallen kan je vormen afgieten en zo een serie gelijkvormige objecten maken.
Stap 4: Decoreer je werkstuk
Opnieuw zijn er tal van methodes om uit te kiezen. Je kan bijvoorbeeld aan de slag met de sgraffito-techniek, waar we eerder al een artikel over schreven. Je kan ook een reliëf aanbrengen, of extra elementen toevoegen met kleislib.
Wil je met glazuur of onderglazuur aan de slag, dan moet je je werkstuk eerst volledig laten drogen en een eerste keer bakken: de biscuitstook. Eens je werkstuk biscuit gebakken is, kan je met glazuur aan de slag.
Van een simpele glazuurlaag in je favoriete kleur tot een ingewikkeld patroon met spikkeleffect of parelmoerglans: je kan alweer verschillende kanten uit. Ook voor het aanbrengen van het glazuur kan je verschillende methodes gebruiken: onderdompelen, airbrushen, gieten, of gewoon met een kwast. Ben je klaar met glazuren, dan gaat je werkstuk een tweede keer in de oven.
Eigenlijk is het echt een vak apart, dat glazuren. Er komt best veel bij kijken om het resultaat te krijgen dat je wil. Onze tip? Wees niet bang om te experimenteren! Want het aloude cliché is gewoon waar: oefening baart kunst.
Stap 5: Geniet ervan!
En, hoe ging het? Goed gelukt? Wat het resultaat ook is, je hebt er vast een hoop van bijgeleerd. Da’s alvast iets om heel trots op te zijn!
En wil je nog meer leren, dan weet je alvast bij wie je moet zijn 😉