Glazuren is echt een vak apart. Er komt heel wat kennis en vooral ook ervaring bij kijken. Zeker als je verschillende glazuren combineert, is het moeilijk om te weten hoe je eindresultaat zal uitdraaien. Testen, testen en opnieuw testen is de boodschap! Toch zijn er aantal tips waar je rekening mee kan houden om het beste resultaat te krijgen. We delen drie tips voor beginners.
Kies een compatibel glazuur
Je glazuur moet goed afgestemd zijn op je klei. Er zijn verschillende factoren om rekening mee te houden, maar het belangrijkste is de baktemperatuur. Is die gelijkaardig voor zowel klei als glazuur?
Als je klei tijdens het bakken sneller krimpt dan je glazuur, dan krijg je een afbladderende glazuurlaag die loskomt van de klei. Want het glazuur is eigenlijk ’te groot’ voor de klei. Als je glazuur sneller krimpt dan je klei, dan krijg je haarscheuren. Want de klei is eigenlijk ’te groot’ voor het glazuur. Goed op elkaar afstemmen is dus de boodschap!
Maak de klei goed schoon
Glazuur smelt wanneer het gebakken wordt. Het silicium in het glazuur wordt vloeibaar en vormt een dekkende laag op de klei. Wanneer het weer afkoelt, krijgt het glazuur opnieuw een vaste vorm.
Erg belangrijk bij dit proces is dat het glazuur zich goed kan hechten aan de klei. En dat is moeilijk als er onzuiverheden zoals stof of kleislib in de weg zitten. Ook iets onschuldigs als een vingerafdrukken kan problemen veroorzaken, want de oliën op je huid veroorzaken vaak vettige plekken.
Dit kan tot verschillende glazuurfouten leiden in je eindresultaat. Van enkele kale plekken aan de randen van je werkstuk, tot kleine eilandjes van glazuur op elk oppervlak, met ertussen kale plekken. Zorg er dus voor dat je de klei zorgvuldig schoonmaakt, met een vochtige doek of spons bijvoorbeeld. Let er dan wel op dat je klei ook niet te nat wordt, want dat komt de hechting ook niet ten goede.
Gebruik de juiste hoeveelheid
Meer is niet altijd beter. Als je je glazuur te dik hebt aangebracht, kunnen er na het bakken kleine kratertjes ontstaan in de oppervlakte. Je kan ook een soort troebel effect krijgen, vooral als je een transparant glazuur gebruikt. En je glazuur kan ook gaan uitlopen, waardoor het op onbedoelde plekken terechtkomt en zo bijvoorbeeld een deksel vastlijmt aan een pot. Al kan je dat laatste vermijden door wax resist aan te brengen op de juiste plekken.
Maar te weinig glazuur gebruiken is ook niet goed. Dan kan je lelijke strepen krijgen, en kleurverschillen zien. Je glazuurlaag ziet er dan ook vaak niet mooi glanzend uit, en voelt erg ruw aan.
In de meeste gevallen is het aan te raden om meerdere lagen glazuur aan te brengen. Let er dan wel op dat de vorige laag volledig droog is, voor je aan de volgende begint.
En blijf proberen!
Er valt natuurlijk nog veel meer te vertellen. Over het mengen en zeven van glazuur bijvoorbeeld, of over de juiste bakschema’s. Maar met deze drie tips kom je al een heel eind! En de vierde, belangrijkste tip? Oefening baart kunst!