Een werkstuk is klaar voor de keramiekoven wanneer het droog is. Waarom keramiek droog moet zijn voor de oven, hoe je een droog werkstuk herkent en wat er precies mee gebeurt in de oven, lees je hier.
Waarom moet de klei droog zijn voor het in de keramiekoven gaat?
Klei die nog teveel vocht bevat, kan barsten en zelfs ontploffen in de keramiekoven. Het vocht in de klei wordt door de hitte naar het kookpunt gestuwd, zet uit en zet daardoor de structuur van je werkstuk onder druk. Hoe droger de klei, hoe minder vocht en dus ook hoe minder kans op barsten in de oven.
Werkbare klei heeft een vochtgehalte van ongeveer 20%. Dat vocht begint te verdampen – en dus begint de klei te drogen – wanneer het in contact met de lucht. Als keramist is het niet makkelijk om te weten of je werkstuk “volledig droog” is. De lagen onder de oppervlakte kunnen nog heel vochtig zijn ook al voelt de buitenkant droog aan. Pas als ook het vocht uit de diepere lagen is verdampt, is je werkstuk “volledig droog”.
Droogstoken
De term “volledig droog” kan verwarrend zijn. In feite bevat een “volledig droog” werkstuk nog steeds watermoleculen. Tijdens het droogproces neemt de klei dezelfde vochtigheidsgraad aan als de lucht in de kamer. Om dat laatste beetje vocht kwijt te raken, droog je het op lage temperatuur in een keramiekoven voor de eerste bak. Dat proces heet droogstoken.
Hoe weet je of de klei volledig droog is?
De eerste regel is dat je je ogen niet mag vertrouwen. Een werkstuk dat er droog uitziet, is daarom niet droog. Er zijn gelukkig enkele dingen die je kan doen om het vochtgehalte in je werkstuk te testen.
De temperatuurtest
De temperatuurtest is de snelste methode om erachter te komen of de klei volledig droog is. Hou je werkstuk tegen je pols of je gezicht en voel de temperatuur van de klei. Voelt de klei koud of koel aan? Dan is de klei nog niet droog genoeg. Voelt de klei aan als de kamertemperatuur, is die hoogstwaarschijnlijk droog genoeg voor de keramiekoven.
Twijfel je? Wacht dan liever nog een dag of enkele dagen. Beter voorkomen dan genezen!
Proefstukken
Maak enkele teststukken uit dezelfde klei als je werkstuk in een gelijkaardige grootte en dikte. Wanneer je denkt dat de klei droog is, breek je een teststuk open en bekijk je de binnenste lagen van de klei. Zien die er droog uit? Voelen ze droog aan? Teststukken geven je zo een idee van het resterende vochtgehalte in de klei.
De droogtijd van klei
Hoeveel tijd het vergt eer de klei droog is, daarover bestaat geen gouden regel. Ervaren keramisten weten dat er best wat variatie zit in de droogtijd van klei. Die droogtijd hangt af van de grootte en dikte van het werkstuk, de luchtvochtigheid in de ruimte en de kamertemperatuur.
Als je toch een vuistregel wil, reken dan op een week droogtijd per halve centimeter klei. Neem zeker geen risico’s en doe ook een temperatuurtest of gebruik je proefstukken. Sowieso geldt in de wereld van keramiek ook “oefening baart kunst”. Hoe meer keramiek je maakt, hoe beter je zal aanvoelen en inschatten hoe droog de klei is.
Waar vind je een keramiekoven?
Het is niet omdat je met keramiek start, dat je meteen een keramiekoven in huis moet halen. Dat is ook niet nodig. De meeste keramisten gaan naar een atelier om hun stukken te bakken. Wanneer je werkstuk klaar is voor de oven, weet dan dat er twee soorten ovens zijn: voorladers en bovenladers. Het verschil tussen beide heeft geen invloed op de baktijd.
Op deze site vind je een fantastische lijst van bakadressen waar je je werkstuk op aanvraag in de oven steekt. Hoe je je werkstuk veilig naar de oven vervoert lees je in deze blog.
Van klei tot keramiek
De transformatie van klei tot keramiek doorloopt verschillende stadia. Dat lees je onder andere in het gratis overzicht van de verschillende stadia van klei. Hieronder vatten we de stadia samen:
1. Kleipoeder
Volledig droge klei heeft de vorm van poeder. Om de klei werkbaar te maken, voeg je water toe.
2. Kleislib
Kleipoeder waaraan je heel veel water hebt toegevoegd, vormt kleislib. Hiermee plak je verschillende delen van je werkstuk aan elkaar, of gebruik je voor bepaalde decoratietechnieken.
3. Plastische klei
Plastische klei is best bewerkbaar. In dit stadium voelt de klei koud en nat aan, en is die klaar om geboetseerd, gekneed en gedraaid te worden.
4. Lederharde klei
Klei die al een tijdje aan het drogen is, noemt men lederhard. Als je de klei plooit, zal die scheuren vertonen maar niet breken. In dit stadium is de klei perfect om te kerven, glad te strijken, en af te werken.
5. Droge klei
Klei die “volledig droog” is, heeft de temperatuur en het vochtgehalte van de omgeving aangenomen. Op dit moment is de klei heel fragiel.
6. Biscuit gebakken klei
Een werkstuk dat volledig droog is, is klaar voor de oven. Deze eerste bakronde of de biscuitbak gebeurt in een oven van rond 950°C. Hierna zal je werkstuk er lichter van kleur uitzien en zal het gekrompen zijn. Het voornaamste resultaat van de biscuitbak is dat de klei nu hard en permanent is geworden. In principe is het nu keramiek geworden.
Meten is weten
Graag in een oogopslag zien hoe groot je kleiwerk zal zijn na het drogen en bakken? Schrijf je in op de nieuwsbrief van De Cursist, download het GRATIS krimpmaatje en vermijd teleurstellingen of misrekeningen.
Je werkstuk is nog niet waterdicht. Daarvoor heb je glazuren nodig en een tweede bakronde. Biscuit gebakken keramiek is ideaal om te glazuren omdat je werkstuk in dit stadium de glazuren mooi zal absorberen.
7. Hooggebakken klei
De tweede bakronde of de hoogbak gebeurt meestal na het aanbrengen van glazuren. Vaak is dat aan 1.200 à 1.300°C. Hierna heeft de geglazuurde klei een glasachtig uiterlijk gekregen. Je werkstuk is nu waterdicht, en wanneer je het aantikt, hoor je een hoge klank.
Klei bakken in de keramiekoven
Het bakproces duurt zo’n 8 tot 10 uur. Daarbij tel je nog een afkoelperiode. Het proces van het bakken gaat heel geleidelijk. Tijdens het bakken gaat de temperatuur traag omhoog. De klei verandert stap naar stap.
In de oven verdwijnt het resterende vocht uit de klei en beginnen organische stoffen in de klei te oxideren. Wanneer de temperatuur 573°C bereikt, gebeurt de kwartssprong. De kwartskristallen in de klei herschikken zich, waardoor de klei zo’n 1% uitzet in volume.
Gebeurt het proces te snel, barst de klei. Traag de temperatuur optrekken is dus de boodschap! Rond 750°C beginnen de grafiet en andere koolstofvormen in de klei te verbranden. Ook hier is traag het kernwoord. Een te snelle verbranding doet de de koolstof vast zitten in het werkstuk. Resultaat: zwartblakering en blazen in de klei.
Rond 850 en 900°C begint de klei te sinteren: de silicumdeeltjes in de klei smelten en vormen een soort van glas. Dat maakt de klei nog steviger en waterdicht. Een ander gevolg is dat het werkstuk sterk krimpt. De sinterende deeltjes kleven nauwer aan elkaar en vullen de leegtes op waar stoffen eerder zijn weggebrand.
Na de twee bakrondes moet je werkstuk afkoelen. Je werkstuk is nu trouwens niet langer klei maar transformeerde in de oven tot keramiek.
Verschillende soorten klei, verschillende temperaturen
Klei verdeel je onder in drie grote categorieën die elk een verschillende baktemperatuur hebben:
- Aardewerk: tussen de 800 en 1150°C;
- Steengoed: tussen de 1150 en 1300°C; en
- Porselein: tussen de 1200 en 1400°C.
Op het etiket van je klei vind je meestal meer informatie over de ideale baktijd.