Kies het juiste glazuur
Je hebt in principe geen glazuur nodig om je werkstuk voedselveilig te maken. Als je de juiste klei gebruikt en het werkstuk op de juiste manier bakt, op een voldoende hoge temperatuur voor je kleisoort, zodat er voldoende glasvorming optreedt, dan kan ongeglazuurde keramiek voedselveilig zijn. Maar als je helemaal zeker wil zijn, kies je er beter voor om je werkstuk te glazuren.
Daarvoor moet je natuurlijk wel het juiste glazuur gebruiken. Sommige types bevatten immers toxische stoffen die na een tijdje zouden kunnen loskomen en in je voedsel belanden. Zeker als je net een maaltijd met wat zure tomaten of citroenen aan het verorberen bent. Gelukkig vermelden leveranciers doorgaans op het etiket van hun producten of een glazuur voedselveilig is. Ben je niet zeker? Neem dan geen risico en vraag het na bij je leverancier.
Bak je werkstuk op de correcte manier
Een voedselveilig glazuur uitkiezen is natuurlijk niet voldoende. Je moet er ook voor zorgen dat elk deel van je werkstuk dat met voedsel in contact zal komen, goed bedekt is. Sla je een stukje over, dan blijft dat deel van je werkstuk na het bakken poreus. Kleine partikels van je voedselresten kunnen zo in de klei terechtkomen, waar bacteriën vrij spel krijgen. Grondig zijn is dus de boodschap!
Even belangrijk is dat de oven tijdens het bakken de juiste temperatuur bereikt. Enkel zo zal het glazuur de beoogde reactie doormaken en zal glasvorming optreden, waardoor je werkstuk waterdicht en voedselveilig wordt.
Doe de test
Wil je controleren of je alles juist hebt gedaan? Of misschien heb je keramiek in huis gehaald die je niet zelf hebt gemaakt, en je bent niet zeker of het voedselveilig is? Er zijn drie tests die je eenvoudig zelf kan doen. Ze geven je geen 100% zekerheid, maar wel een indicatie van hoe voedselveilig je keramiek is.
Voor de eerste test heb je een citroen nodig. Pers wat citroensap uit en laat het sap en de geperste citroen een aantal dagen of zelfs weken in de keramiek rusten. Maak de keramiek daarna schoon en check of het glazuur verkleurd is. Als dat zo is, dan heeft het zuur het glazuur aangetast. Niet voedselveilig dus.
Voor de tweede test gebruik je de microgolfoven. Vul de keramiek met water en plaats het in de microgolfoven voor één minuut. Als het glazuur niet sterk genoeg is, dan zal de klei eronder het water absorberen en warm aanvoelen. Er kunnen in dat geval zelfs barstjes ontstaan in het glazuur. Dit betekent dat je keramiek poreus is, en dus niet voedselveilig.
Als derde test kan je de keramiek die je wil testen, een vijftigtal cycli laten meedraaien in de vaatwasmachine. Je stopt het stuk ergens achterin, en laat het telkens mee wassen. Als er nadien merkbare veranderingen, barsten, verkleuringen etc. zichtbaar zijn, dan weet je het: niet voedselveiling.
Als je keramiek de drie testen met glans doorstaat, dan kan je het met een gerust hart gebruiken. Slaagde het niet voor één van de testen, of heb je om andere redenen twijfels? Neem dan het zekere voor het onzekere, en gebruik het enkel voor decoratieve doeleinden.