Speciaal aan het raku stoken is het feit dat de werkstukken gloeiend heet uit de oven gehaald worden, en rechtstreeks een vat ingaan met houtkrullen of zaagsel.
Als het vulsel door de hitte van de klei in brandt vliegt, wordt het vat gesloten en blijft alles een tiental minuten uitroken. Op de plaatsen waar de klei niet bedekt is door glazuur wordt je werkstuk zwart, omdat de rook in de scherf trekt, wat zorgt voor een mooi contrast met het raku-glazuur.
Door de thermische schok krijgt het glazuur haarfijne barsten, de zogenoemde craquelé. Heel natuurlijk, heel fascinerend en heerlijk onvoorspelbaar!
Voortbouwend op raku kan je ook aan de slag met naken raku of raku met paardenhaar.