Als keramist weet je dat klei krimpt wanneer het uitdroogt. En die vervelende eigenschap kan een serieuze streep door je rekening zijn, als sommige delen van je werkstuk sneller uitdrogen en dus sneller krimpen dan anderen. Want zo krijg je lelijke barsten! Hier kan je lezen waarom klei eigenlijk barst. Gelukkig kan je heel wat doen om die barsten te vermijden.
Tijdens het maken van je werkstuk
Hoe groot de kans is op een barst, hangt in de eerste plaats af van wat je gaat maken. Kleinere werkstukken waar de klei overal een gelijke dikte heeft, lopen weinig risico. Wat je ook maakt, let er dus op dat de wanden van je werkstuk altijd zo gelijk mogelijk zijn. Zo beperk je het risico op barsten.
Ook een belangrijke factor is de klei die je kiest. Een klei met chamotte krimpt minder dan een klei zonder. Daardoor is de kans op barsten kleiner.
Maak je een werkstuk waarbij je twee stukken klei aan elkaar moet plakken, zoals een tas en een oor? Het plekje waar de twee stukken aan elkaar geplakt zijn, is een stuk kwetsbaarder dan de rest van je werkstuk.
Zorg er dus voor dat beide stukken klei een gelijk vochtgehalte hebben. Vergeet niet om enkele krassen te maken in beide delen, en gebruik voldoende kleislib om ze aan elkaar te bevestigen.
Tijdens het drogen
Eens je werkstuk klaar is om te drogen, kan je heel wat doen om het risico op barsten te vermijden. Onderdelen die meer risico lopen, zoals handvaten en randjes, kan je in plastiek wikkelen of met was bedekken. Zorg er dan wel voor dat het vocht kan ontsnappen uit de plastiek door een opening te laten.
Je kan er ook voor kiezen om je werkstuk helemaal af te dekken met plastiek. Dan moet je wel opletten dat het plastiek de klei niet raakt. Anders kan de condensatie aan de binnenkant ervoor zorgen dat de klei weer zacht wordt. Om dat vermijden, bedek je je werkstuk met een handdoek.
Je kan ook een natte bewaardoos gebruiken om je werkstuk gecontroleerd te laten drogen. Zo’n natte bewaardoos maak je eenvoudig zelf. Hoe je dat doet? Lees er hier alles over.
Laat je je werkstuk liever zo uitdrogen? Zet het dan op een rek of rooster. Zo is er meer luchtcirculatie mogelijk, tot bij alle hoekjes en kantjes van je werkstuk. Heb je geen rek of rooster, draai je werkstuk dan halverwege het drogen eens om. Zo krijgen alle kanten van je creatie te kans om uit te drogen.
Bij kommen, tassen en andere werkstukken met een randje, draai je ze beter van in het begin om. Want door ze met de rand naar onder te laten drogen, zal die rand minder snel uitdrogen. Laat je meerdere werkstukken met een handvat drogen? Richt dan de handvaten naar elkaar toe.
In het midden is er immers ietsje minder luchtcirculatie dan rondom. En alle beetjes helpen. Veel succes!