Er zijn heel wat mogelijke oorzaken voor glazuurproblemen. We zetten drie belangrijke tips op een rij.
Zorg dat je werkstuk proper is
Misschien heb je je werkstuk wat opgeschuurd om enkele oneffenheden kwijt te raken. Misschien stond je werkstuk een tijdje te wachten op zijn glazuur, in een stoffige studio. Of misschien heb je helemaal niets speciaals gedaan, maar toch heeft je werkstuk heel wat stof en verdwaalde kleipartikels verzameld. En die kunnen ervoor zorgen dat het glazuur zich niet goed zal hechten aan de klei.
Naast kleipartikels en stof kan je ook vettige plekjes ontdekken op je werkstuk. Ook die kunnen roet in je eten strooien. Ze ontstaan omdat de natuurlijke oliën op je handen heel makkelijk hun sporen nalaten.
De oplossing? Zorg dat je je handen wast voor je je biscuit gebakken werkstuk aanraakt. En maak je werkstuk goed schoon voor je met glazuren begint. Je kan het helemaal onderdompelen, al moet je dan wel geduldig wachten tot de klei weer volledig droog is. Of je kan ook een spons of een vochtige doek gebruiken. Even afstoffen, en klaar!
Meng je glazuur grondig
Een glazuur bestaat uit verschillende bestanddelen. Om goed te werken, moeten die in de juiste verhoudingen aanwezig zijn. Maar als een glazuur lange tijd onaangeroerd staat, dan zakken bepaalde bestanddelen naar de bodem. En dat kan ervoor zorgen dat je bij het aanbrengen niet meer de juiste verhoudingen hebt.
Het effect varieert. Soms hecht het glazuur zich niet goed aan de klei en is het aanbrengen erg moeilijk. Soms bladert het glazuur af tijdens het drogen. En soms krijg je heel onverwachte resultaten na het bakken.
De oplossing? Zorg ervoor dat je je glazuur goed oproert. Schraap daarbij ook zeker over de bodem en neem alle hoeken goed mee. Je kan hiervoor gewoon een stok of klopper gebruiken, of een staafmixer. Kies je voor glazuur dat je zelf maakt van poeder? Dan is het ook belangrijk om het goed te zeven. Alleen zo krijg je de juiste densiteit.
Breng je glazuur niet te dik aan
Zeker als het de eerste keer is dat je een bepaalde vorm glazuurt, ga je liever voorzichtig en traag te werk. Lijkt logisch, maar het kan er ook voor zorgen dat je je glazuur te dik aanbrengt. En dat heeft zijn gevolgen.
Vaak ontstaan er al barsten in je glazuur tijdens het drogen. Bak je het werkstuk dan toch nog, dan zal het glazuur zich gaan terugtrekken. Zo ontstaan er vaak lelijke kale plekken op je werkstuk.
De oplossing? Als je een werkstuk dompelt in glazuur, hou het dan niet te lang onder. Te kort is natuurlijk ook niet goed: een rustige, vlotte beweging is de boodschap. Als je het werkstuk overgiet dan geldt eigenlijk dezelfde boodschap: laat het glazuur niet te lang rondlopen over de klei. Het juiste evenwicht vinden is natuurlijk niet makkelijk, maar oefening baart kunst!