In een klei-atelier ziet het er altijd zo’n mooi uit: een wand vol gekleurde glazuurstaaltjes! Maar zelfs als je niet zo veel soorten klei of glazuur gebruikt is het handig om testplaatjes te maken.
Waarvoor gebruik je de testers?
- Om een overzicht van je glazuren/engobes/onderglazuur te hebben: op basis van een naam of nummer wordt het lastig om te weten hoe een glazuur eruitziet. Door een testplaatje te maken voor elke glazuur, onderglazuur en engobe kan je het overzicht houden en heb je altijd een voorbeeld bij de hand.
- Om te weten hoe een glazuur reageert op een soort klei en op het stookproces: Elk glazuur is anders, elke klei is anders. Een glazuur kan er op de ene klei helemaal anders uitzien dan op de andere. Dus als je met een nieuwe klei of en nieuwe glazuur werkt, is het aangewezen om eerst testers te maken.
- Om glazuurtesten te doen: Als je zelf glazuren samenstelt ga je spelen met het recept en de verhouding van de ingrediënten veranderen. Om dit volledige testproces in kaart te brengen, gebruik telkens een testplaatje. Nadien heb je een mooi overzicht van het effect van de veranderingen aan je glazuurrecept.
Verschillende soorten plaatjes
Iedere keramist heeft zijn voorkeur als het gaat over testplaatjes. je kan ze namelijk op verschillende manier maken.
- Plaatjes die je uitsteekt of uitsnijdt uit een uitgerolde lap klei. Als ze lederhard zijn kan je er ook in gaatje in maken mocht je ze ooit willen ophangen.
- Rechtopstaande plaatjes: je maakt ze door een ring te draaien op de draaischijf, zonder bodem, en de wanden op te trekken. Je voorziet hierbij een voetje onderaan. Als de ring droog is, kan je de testplaatsjes uitsnijden, en de randen wat verzachten met een vochtige spons.
- Holle cilinders: gemaakt met een handkleipers.
Glazuurtest
- Kerf de testplaatjes op één plaats wat in om een relief te creëeren en zo de reactie van glazuur op randen te kunnen bekijken.
- Je kan een testplaatje 3 x dompelen: de eerste keer volledig, de tweede keer 2/3 van het oppervlak en de derde keer blijf je op 1/3. Zo zie je wat het effect is van een dikkere laag glazuur.
- Hetzelfde met transparante glazuur: breng die niet op het volledige plaatje aan, maar op de helft. Dan zie op één plaatje hoe je klei of de kleur van de engobe/onderglazuur is met en zonder een transparante glazuur.
Nummeren en noteren
Noteer altijd alles! Je wil echt niet voorhebben dat je een testplaatje leuk vindt en niet meer weet welke glazuur je gebruikte.
- Vergeet je testplaatjes dus niet te nummeren met een naaldje of een stempel als ze nog in lederharde toestand zijn. Of gebruik na de biscuitbak een keramisch potlood.
- Hou voor elk testplaatje bij welke klei je hebt gebruikt, welke decoratie je testte, welk glazuur je gebruikt hebt, hoe je hebt gestookt…
Nog een tip: Vergeet niet om van elke klei die je gebruikt eens een plaatje te maken die enkel een biscuitbak heeft gehad, en eentje die wel twee keer gebakken is, maar dan zonder glazuur. Zo heb je ook een overzicht van de kleur van je verschillende kleien.