Je hebt de klei niet voldoende gekneed
Je vliegt erin, vol goede moed, maar merkt bij het centreren dat je klei maar niet wil doen wat je wil. Het is lastig om er vorm in te brengen, en de klei is niet goed werkbaar. Een vraag die je je dan moet stellen: heb je de klei genoeg gekneed?
Kneden is een essentiële stap in het proces. Zo haal je immers luchtbellen uit je klei, en je zorgt ervoor dat de klei een consistente textuur heeft. Heb je je klei niet genoeg gekneed, dan maak je het jezelf een stuk moeilijker.
Je klei is te nat
Het centreren ging vlot, maar nu lijkt de vorm die je wil aanbrengen letterlijk uit je handen te glippen. Opnieuw, en opnieuw… De klei wil de vorm simpelweg niet vasthouden. Een vraag die je je dan moet stellen: is je klei te nat?
Met klei die te nat is, valt maar weinig aan te vangen. Merk je dit al op tijdens het kneden? Dan kan je de klei verder kneden op een oppervlak van onbehandeld hout of plaaster, zodat het water beetje bij beetje geabsorbeerd wordt. Je kan de klei ook uitrollen en laten liggen tot hij wat droger is. Vergeet dan wel niet regelmatig te checken, zodat je klei niet te veel uitdroogt. Merk je pas tijdens draaien dat je klei te nat is? Dan kan je een sponsje gebruiken om het teveel aan water te absorberen.
Je klei is te droog
Je probeert je klei vorm te geven, maar die werkt maar niet mee. Gladde wanden lijken onmogelijk, en je slaagt er maar niet om de klei te laten doen wat je wil. Een vraag die je je dan moet stellen: is je klei te droog?
De verleiding is groot om gewoon wat water over je werkstuk te gieten, maar let goed op: de kans bestaat dat de klei in het midden van je werkstuk dan nog steeds te droog en te hard zal zijn. Beter is om je klei opnieuw te kneden, en geleidelijk water toe te voegen tot de vochtbalans optimaal is.
Je gebruikt te veel kracht
Je klei is niet te nat en niet te droog, en je hebt hem goed gekneed. Toch heb je het moeilijk om hem te centreren en vorm te geven. En de spieren in je armen beginnen ondertussen al te protesteren… Een vraag die je je dan moet stellen: ben je teveel kracht aan het gebruiken?
Als keramist is het niet de bedoeling dat je alles op spierkracht doet. Je haalt de kracht die je nodig hebt uit de juiste houding: je benen zo dicht mogelijk bij de slibpan, je rug zo recht mogelijk en je ellebogen tegen je lichaam aan. Beweeg met je hele bovenlichaam, niet alleen je armen of je handen, en leun goed naar voren. Zo heb je niet veel spierkracht nodig.
Je oefent geen gelijke druk uit
Je klei is gekneed en gecentreerd, zonder problemen. Nu probeer je je klei op te trekken, maar de wanden blijven maar inzakken. Een vraag die je je dan moet stellen: ben je wel een gelijke druk aan het uitoefenen?
Er zijn ook andere redenen waarom je wanden in elkaar zakken: je klei is te nat, of niet goed gecentreerd. Maar in veel gevallen ligt het aan een ongelijke druk tijdens het optrekken. Zorg er dus voor dat je je vingers niet te hard samenknijpt, en steun met je linkerduim op je rechterhand om een gelijke druk aan te houden tijdens deze stap.
Je trekt te snel open
Alle stappen tot nu toe gingen vlot, en je bent ondertussen helemaal in de zone. Tijd om je klei vlotjes open te trekken. Maar oei, dat was wel erg snel. En nu heb je een groot gat in je werkstuk, en een flinterdunne bodem… Een vraag die je je dan moet stellen: neem je wel genoeg tijd om je klei open te trekken?
Keramiek is een werk van lange adem, en bij elke stap is geduld een schone deugd. Dit geldt des te meer voor het opentrekken van de klei. Neem dus gewoon je tijd en laat de rotatie van je schijf het werk doen.
Je wiel draait te snel of te traag
Heb je tijdens het draaien het gevoel dat je de controle kwijt bent? Vormt de klei jou in plaats van jij de klei? Of misschien komen de wanden van je werkstuk veel meer naar buiten dan de bedoeling was? Een vraag die je je dan moet stellen: draait je schijf wel aan de juiste snelheid?
Als je draaischijf te traag draait, maak je het jezelf erg moeilijk. Het is immers de draaibeweging die een groot deel van het werk doet, zeker tijdens het optrekken. Maar als je draaischijf te snel draait, is het evenmin goed. Want dan zal het door de middelpuntvliedende kracht moeilijk zijn om je klei te controleren. Start daarom liever met een gemiddelde snelheid, niet te snel en niet te traag, en pas dan geleidelijk aan wanneer nodig. Zodat jij in controle blijft, en niet je draaischijf.
Conclusie
Of je nu een beginner bent of een ervaren rot: elke keramist maakt fouten. Da’s ook hoe je bijleert en beter wordt! Dus geef de moed niet op, en blijf gewoon proberen. Oefening baart tenslotte kunst.