Je nieuwste creatie is helemaal klaar. Proficiat! Dit heb jij met je eigen handen gemaakt. Tijd voor een belangrijke vraag: heb je het al gesigneerd? Je werkstuk signeren is echt een must. Zo ben je ten eerste zeker dat je je creatie terugvindt als je hem laat bakken in een drukke keramiekstudio. En zo weet ook elke bewonderaar meteen wiens vaardige handen zo’n prachtstuk hebben gemaakt.
Denk je bij het woord ‘signeren’ aan een slordige krabbel met een alcoholstift? Dat is een optie, maar er zijn ook veel betere manieren om je werk te signeren. We zetten er vijf op een rij.
1: Met een stempel
Een eerste optie om je werk te signeren, is met een stempel. Deze methode kan je natuurlijk enkel gebruiken als je werkstuk nog lederhard (of zelfs iets zachter) is. Het voordeel is dat zo’n stempel snel gezet is, en meestal weinig plaats inneemt. Opgelet: zet je stempel niet op een plek waar de klei erg dun is. Dat kan de duurzaamheid van je werkstuk beïnvloeden.
Waar je zo’n stempel vandaan haalt? Er zijn heel wat websites te vinden waar je er een op maat gemaakte stempel kan bestellen. Of je kan er ook zelf eentje maken, uit klei natuurlijk! Let er dan wel op dat je de letters op je stempel achterstevoren maakt. Alleen zo krijg je het juiste resultaat als je de stempel gaat gebruiken.
2: Met sgraffito
Een tweede manier is met wat onderglazuur en een scherp instrument. Deze techniek wordt vaak gebruikt op de onderkant van een kom, tas, vaas … noem maar op.
Je brengt eerst een laag onderglazuur aan, wanneer je werkstuk nog lederhard is. Eens het glazuur droog is, kan je met een scherp instrument zoals een snijnaald je naam in de klei kerven. Je kan ook meteen wat decoratieve krulletjes toevoegen als je dat wil. Veeg de kleirestjes weg, en klaar!
3: Met een potlood
Is je werkstuk nog niet lederhard? Dan hoef je zelfs niet te kerven. Je kan gewoon je naam schrijven in de vochtige klei met de punt van een potlood of balpen. Voor een mooi egaal effect kan je de klei tijdens het schrijven afdekken met een laagje plastic.
Wil je wat meer kleur? Dan kan je ook een keramisch potlood gebruiken. In dat geval signeer je je werk pas wanneer het al biscuit gebakken is.
4: Met inlegwerk
Voor die keren waar je wel wat extra moeite wil doen, is er de inlegtechniek. Breng een laag wax resist aan op de bodem van je werkstuk, en laat drogen. Kerf dan je naam en eventuele decoraties, en zorg dat je diep genoeg gaat om tot in de klei te kerven.
Veeg de kleirestjes weg en breng nu een laag onderglazuur aan. Zorg dat je tot alle hoekjes van de gekerfde naam gaat. Laat heel even drogen en veeg dan met een droge spons het teveel aan glazuur weg. Eens de was is weggebrand in de oven, blijft enkel nog je geglazuurde naam over.
5: Met (onder)glazuur
Bij sommige werkstuk is het beter om kerven te vermijden. Voor een ovenschotel bijvoorbeeld, die erg vaak zal opwarmen en weer afkoelen, wil je liever stevige en solide wanden. Deze methode is ook de perfecte optie als je het signeren bent vergeten, en je werkstuk ondertussen al droog of al biscuit gebakken is.
Kies je favoriete onderglazuur en leng het aan met water tot het de consistentie heeft van inkt. Je kan het met een fijne kwast aanbrengen, of je kan ook kiezen voor een ringeloor. Al vergt die laatste optie wel wat oefening: je moet erg snel schrijven omdat het glazuur vrij snel eruit loopt. Mislukt? Als je werkstuk al biscuit gebakken is, dan kan je het glazuur nog wegvegen met een spons. Oefening baart kunst!
