Als je klei onder de microscoop zou bekijken, dan zou je kleine kleiplaatjes zien die kriskras door elkaar zitten. Zolang de klei voldoende water bevat, kunnen die plaatjes over elkaar schuiven en tegelijk aan elkaar blijven plakken. Dat maakt de klei kneedbaar. Als de klei te veel water bevat, dan blijven de plaatjes niet meer aan elkaar plakken. Je klei houdt dan zijn vorm niet meer vast.
Frustrerend als dat niet je bedoeling was, maar kleislib is een erg nuttige vorm van klei, die op veel verschillende manieren gebruikt wordt. We zetten ze even op een rij.
Kleislib als lijm
Een tuit aan een theepot, een handgreep aan een deksel, een bodem aan een vaas … kleislib wordt vaak gebruikt om verschillende onderdelen van een werkstuk aan elkaar te bevestigen. Voor het beste resultaat maak je eerst enkele krassen in beide onderdelen op de plek waar ze moeten samenkomen, waarna je kleislib aanbrengt en de twee delen samenbrengt met een stevige druk.
Hoe vloeibaar het kleislib moet zijn, hangt af van je werkstuk. Is het nog vrij vochtig? Dan kan je met relatief vloeibaar kleislib aan de slag. Is het al vrij droog? Dan kies je beter voor een iets dikker slib.
Belangrijk hierbij is dat je kleislib gebruikt van dezelfde consistentie als de klei van je werkstuk. Je speelt op veilig door slib te maken van de klei waar je mee werkt. Zo ben je zeker dat je kleislib aan dezelfde snelheid zal drogen, en ook evenveel zal krimpen in de oven.
Kleislib als decoratie
Gebruik maken van kleislib is één van de oudste manieren om werkstukken te versieren. Je hebt er dan ook weinig voor nodig: met enkel klei en water kan je al aan de slag. Wat dacht je bijvoorbeeld van een reliëfpatroon?
Decoreren met kleislib kan op verschillende manieren. Je kan je werkstuk onderdompelen, je kan patronen en texturen creëren met een kwast of je kan het slib heel fijn en precies aanbrengen, met een engobespuit bijvoorbeeld.
Wil je andere kleuren dan de natuurlijke kleur van je klei? Dan kan je ook pigmenten of metaaloxiden toevoegen aan het slib.
Lees ook dit artikel over engobetechnieken en dit over schilderen met kleislib.
Kleislib in een gietmal
Het hoeft niet altijd opbouw of de draaischijf te zijn: ook met mallen kan je prachtige werkstukken maken. Bijkomend voordeel is bovendien dat je makkelijk verschillende exemplaren van eenzelfde vorm kan maken.
Wil je met een gietmal aan de slag, dan heb je daar kleislib voor nodig. Zo kan je je klei in vloeibare vorm in de mal gieten. De mal zal dan het water uit het kleislib trekken en absorberen. Daardoor krimpt de klei, en kan je werkstuk makkelijk uit de mal worden verwijderd. Let wel: voor het gebruik in mallen gebruik je best specifieke gietklei. Die klei heeft eigenschappen die zich goed lenen tot het gebruik in mallen.
Kortom...
Best veelzijdig dus, dat kleislib. Eenvoudig en tegelijk ingewikkeld, want de optimale consistentie en samenstelling van je kleislib hangt sterk af van waar je het voor wil gebruiken. Zoals zoveel in de wereld van keramiek, is het een proces van vallen en opstaan. Tot je meer en meer voeling krijgt met de klei. Oefening baart kunst!
Nog even herhalen hoe het nu weer zat met die verschijningsvormen van klei? Download hier een gemakkelijk overzicht van de kleistadia en fris je geheugen op!